Wat dit boek vertelt...
Een greep uit de feiten van Dossier Mexicaanse griep - Een kleine griep met grote gevolgen
Een greep uit de feiten van Dossier Mexicaanse griep - Een kleine griep met grote gevolgen
Belangenverstrengeling, kapitaalvernietiging, miljardenwinsten, angstcampagnes, experimentele vaccins en geheime contracten: dat is het verhaal van de Mexicaanse griep.
Voortdurend werden we eraan herinnerd: we moesten rekening houden met een nieuwe Spaanse griep. Maar inmiddels is bekend dat de Mexicaanse griep honderd maal minder dodelijk was dan de beruchte griep uit 1918. Sterker, onderzoek van de Amerikaanse gezondheidsautoriteit CDC laat zien dat de Mexicaanse griep de helft minder slachtoffers maakte dan een gemiddelde seizoensgriep.
Epidemioloog Luc Bonneux: ‘De Mexicaanse griep is het grootste medische schandaal sinds de Tweede Wereldoorlog.’
Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
Het verhaal begint in februari 2009, als een vijfjarig jongetje in Mexico pijn in zijn keel krijgt. Anderhalf jaar later worden alleen al in Europa meer dan honderd miljoen griepvaccins vernietigd. Overheden hebben enorme verliezen geleden – de farmaceutische industrie maakte een miljardenwinst.
Een belangrijke rol in het verhaal over de Mexicaanse griep is weggelegd voor viroloog Ab Osterhaus.
Eind april 2009 schetst Osterhaus in het televisieprogramma De Wereld Draait Door wat presentator Matthijs van Nieuwkerk een ‘apocalyptisch scenario’ noemt. De Mexicaanse griep is de eerste pandemie in 41 jaar; Nederland, België en de rest van de wereld staan historische tijden te wachten. Later blijkt echter dat Osterhaus diezelfde ochtend heel anders tegen deze ‘ernstige’ boodschap aankeek. ‘Knetterpositief!’ zegt hij enthousiast tijdens een vergadering met zijn staf over het eerste geval van Mexicaanse griep dat in Nederland is geconstateerd: een kind van vier jaar. De camera van VPRO’s Tegenlicht registreert hoe Osterhaus een fles whisky laat aanrukken om met zijn team te toasten op de primeur. ‘Soms krijg je de indruk dat er een hele industrie bijna staat te trappelen voor een volgende grieppandemie,’ zegt griepexpert Tom Jefferson. Carrières, reputaties van instituten en vooral veel geld staan op het spel.
Na de ontdekking, in februari 2009, van ‘niño cero, jongen nul’ – de eerste mens die ziek wordt van de nieuwe ziekte – gaat de machinerie draaien. Onderzoekers gaan aan het werk om de moleculaire structuur van het virus te bestuderen. De farmaceutische industrie begint met de voorbereidingen voor de productie van vaccins. Overheden halen hun rampenplannen tevoorschijn op advies van de wereldgezondheidsorganisatie WHO, dat het zenuwcentrum wordt van de nieuwe griep. Het enige waaraan iedereen voorbij gaat, is dat het nieuwe virus relatief mild is.
De invloed van de industrie
In 1999 is het WHO-document geschreven waarop alle overheden hun draaiboeken baseren om een pandemie te lijf te gaan. Er staat de handtekening onder van zes mensen: vijf van hen zijn lid van ESWI en de zesde is er adviseur voor.
ESWI is de European Scientific Working Group on Influenza. Dit gezelschap van naar eigen zeggen ‘onafhankelijke wetenschappers’ spant zich sinds de oprichting in 1992 in om de wereld te doordringen van het gevaar van een grieppandemie. Deze lobbygroep van deskundigen wordt voor honderd procent gefinancierd door de industrie. ESWI wordt dus betaald uit de winsten die worden gegenereerd als gevolg van de adviezen die het uitbrengt. Toch is ESWI een belangrijke adviseur voor de directeur-generaal van de WHO.
Twee van de tien farmaceutische producenten die ESWI financieren zijn GSK en Novartis, de bedrijven die de Nederlandse minister Ab Klink en zijn Belgische collega Laurette Onkelinx hun contractvoorwaarden hebben opgelegd. Voorzitter van ESWI is Ab Osterhaus. Hij is de ultieme vertegenwoordiger van en voor de industrie, met directe, persoonlijke toegang tot de beleidsmakers en besluitnemers van de overheid. Hij kent iedereen en iedereen kent hem.
Angstcampagne
Epidemioloog Luc Bonneux noemt de leden van ESWI ‘zware academische jongens’. ‘Het zijn deze zware jongens die, gelukkig niet in België, niet van het televisiescherm te vegen zijn.’
De zwaarste jongen is zondermeer Ab Osterhaus, een van de meest vooraanstaande virologen ter wereld. Voorafgaand en tijdens de Mexicaanse griep is hij voortdurend te zien en te horen. De media hangen aan zijn lippen. Eind april 2009 is hij te gast bij De Wereld Draait Door. Hij pareert ernstige kritiek van viroloog Huub Schellekens. Die noemt de griep een hype en vindt dat Osterhaus onverantwoordelijk handelt.
Osterhaus zegt vastberaden: ‘Laten we over twee, drie maanden een keer met Huub Schellekens praten, dan zien we wel wat er écht aan de hand is. Misschien mag ik meneer Schellekens daarbij ter overweging geven te kijken naar wat er gebeurde met de Spaanse griep van 1918. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog waren er acht miljoen mensen overleden aan oorlogshandelingen. Maar er gingen minstens vijftig miljoen mensen dood aan deze griep. Als je terugleest wat er in die tijd gebeurde, zie je dat men daar toen een griep had die zich op precies dezelfde manier manifesteerde als wat we nu zien gebeuren.’ Het 1918-argument zal hij in zijn diverse media-optredens nog talloze malen herhalen.
Maar, zegt Osterhaus, het belangrijkste punt dat hij in de uitzending wil maken - en dat hij diezelfde avond ook in Pauw en Witteman maakt - is dat de overheid snel moet overgaan tot de aanschaf van vaccins. Huub Wijfjes, mediahistoricus aan de Universiteit van Amsterdam, ziet in de oproep van viroloog Ab Osterhaus bij De Wereld Draait Door een sleutelmoment in de hype rond de Mexicaanse griep: ‘Dan komt het hele media-apparaat in beweging en is het bijna niet meer te stoppen.’
Jarenlang werd er gewaarschuwd voor een pandemie, legt mediasocioloog Peter Vasterman uit. Een schrikbeeld dat werd ‘geactiveerd’ door de komst van de Mexicaanse griep. ‘Er werd gesproken over een pandemie. Dat bracht het idee in ons hoofd van een catastrofe en dat wilden veel media bevestigd zien.’ Volgens Vasterman had Ab Osterhaus het idee dat hij ervoor moest zorgen dat er draagvlak kwam voor de maatregelen die hij voorstelde, daarom zette hij het gevaar fors neer. Daarbij wordt hij geholpen door de informatieverschaffing door de overheid, die hij overigens net zo goed vertegenwoordigt, dankzij zijn invloed bij de Gezondheidsraad, het RIVM, het Outbreak Management Team en de WHO.
Het is opvallend dat Ab Osterhaus in de mediacampagnes rond de griepen steeds weer een voorname rol speelt. Osterhaus: ‘Meestal als ik op televisie kom, is er iets mis: sars vogelgriep en nu Mexicaanse griep.’ Wat ook opvalt, is dat de paniekverhalen, steeds groter zijn dan de impact van het virus.
Bioloog-epidemioloog Jos Frantzen: ‘Meneer Osterhaus opereert binnen een zeer beperkt vakgebied, namelijk de virologie, en daarin is hij natuurlijk een autoriteit. Maar bij epidemieën komt veel meer kijken. Zoals de vraag of mensen zich wel wíllen laten vaccineren. Osterhaus is heel betrokken, maar hij heeft ook een zekere blikveldvernauwing. Hij focust sterk op zijn reageerbuisjes en vertaalt wat hij in het laboratorium vindt één-op-één naar populatieniveau, terwijl een van de lessen van epidemiologie is dat wat je in het klein waarneemt op bevolkingsniveau nooit zo ernstig wordt. Hij komt steeds in de media met verschillende angstscenario’s zonder enig wetenschappelijk bewijs, en zo maak je mensen bang en verspeel je hun vertrouwen.’
‘Zo iemand als Osterhaus is na de Mexicaanse griep niet ter verantwoording te roepen,’ zegt Bonneux. ‘En je weet nu al dat hij bij de eerst volgende paniekerige situatie weer bovenop de tafel springt om te roepen dat het einde van de wereld nabij is.’
De campagne van Osterhaus rond de Mexicaanse griep komt volgens zijn werkgever, het Erasmus Medisch Centrum, voort uit ‘zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid als onderzoeker, omdat hij het beste voor heeft met de gezondheid van mensen’.
Ook andere partijen dragen bij aan de promotie van de Mexicaanse griep. ‘In het ernstigste scenario zal er sprake zijn van 5 miljoen zieken, 80.000 doden, grote economische schade en verstoring van het dagelijkse leven. Geschat wordt dat er sprake zal zijn van 30 tot 50 procent uitval van medewerkers bij bedrijven en overheidsinstanties. Daardoor komen basisvoorzieningen voor de bevolking in gevaar’. Dit zijn geen uitspraken van een onheilsprofeet of delen van een dialoog uit een rampenfilm, maar is de officiële mededeling op de website van het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken. Militairen staan paraat om op het hoogtepunt van de griepgolf compleet ingerichte noodziekenhuizen te bouwen. Ook liggen er draaiboeken klaar om patiënten met marinehelikopters uit moeilijk bereikbare gebieden zoals de Waddeneilanden te halen en onder te brengen in kazernes.
Na de paniek over sars en de vogelgriep zit de angst er bij de overheden goed in. Het gevolg is dat na de uitbraak van de vogelgriep veel overheden voorlopige contracten sluiten met de farmaceutische industrie. Het idee erachter is dat op het moment dat er een nieuwe pandemie uitbreekt, deze contracten in werking worden gesteld en de industrie de pandemische vaccins levert. Niet iedereen vindt dit een wijze beslissing.
Professor Ulrich Keil is directeur van het Collaborating Centre for Epidemiology van de WHO. Hij vindt het onverstandig de verwachtingen voor een nieuwe pandemie te enten op wat hij de ‘angstcampagne’ noemt rond de vogelgriep. Hij haalt daarom een aantal cijfers aan: ‘Van de 827.155 doden die in 2007 in Duitsland vielen, overleden er ongeveer 359.000 aan hart- en vaatziekten, 217.000 aan kanker, kwamen 4.978 mensen om bij verkeersongelukken en stierven er 461 aan HIV/Aids. En er overleed niemand aan sars of de vogelgriep!’
Belangenverstrengelingen
Bij een invloedrijke organisatie als de WHO is onafhankelijkheid cruciaal. Daarom is het gerechtvaardigd te kijken naar de inkomstenbronnen. In 1998 is het overgrote deel van de inkomsten van de WHO afkomstig van overheden. Maar dat verandert in 2004 wanneer er ‘publiek private partnerschappen’ (PPP’s) worden aangegaan. Vanaf dan is het grootste deel van de inkomstenstroom afkomstig van de industrie, waarna hun invloed navenant toeneemt. Wolfgang Wodarg, van de Raad van Europa: ‘De private invloed is overweldigend. En dat is de reden dat we niet kunnen begrijpen dat de WHO die we zo liefhadden onherkenbaar is geworden.’
Met betrekking tot de Mexicaanse griep is de invloed van de industrie terug te vinden in het schrijven in 1999 van het eerdergenoemde basisdraaiboek voor de pandemieparaatheid. Maar ook al daarvoor al was de invloed van de industrie op de WHO merkbaar. Bijvoorbeeld bij het advies aan de overheden voor het gebruik van virusremmers. De voorbereiding van dat WHO-advies gebeurt onder anderen door vier mensen die hun diensten hebben bewezen aan Roche, de producent van virusremmer Tamiflu. Eén van hen is Ab Osterhaus. En dan is er SAGE, de Strategic Advisory Group of Experts, het voornaamste adviesorgaan voor de WHO op het gebied van vaccinatie- en immunisering. Het wordt gevormd door vijftien leden. Ook Ab Osterhaus is als expert aan SAGE verbonden. Net als hij, hebben de meeste leden van dit gezelschap banden met de industrie.
WHO-directeur Chan wordt met betrekking tot de Mexicaanse griep ook bijgestaan door een speciaal aangesteld noodcomité van zestien mensen. Op basis van het advies van dit noodcomité wordt op 11 juni 2009 de pandemie uitgeroepen. De namen blijven tot ver in 2010 geheim. Dan wordt bekend wat al veel langer werd vermoed, namelijk dat een belangrijk deel van hen banden heeft met de industrie. En, alsof dat nog niet genoeg is, worden kort voor de pandemieverklaring vertegenwoordigers van de dertig belangrijkste farmaceutische bedrijven onthaald door WHO-directeur Chan en de secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-Moon.
In december 2009 presenteert de WHO een onderzoek naar corruptie in de farmaceutische industrie. De oplossing van het probleem wordt als volgt geformuleerd: ‘Verantwoord beleid omvat transparantie, verantwoording, het bevorderen van bedrijfsmatige integriteit en moreel leiderschap.’ Die omschrijving verwoordt precies datgene waaraan het de WHO lijkt te hebben ontbroken in verband met de aanpak van de Mexicaanse griep.
De WHO speelde een cruciale rol in de Mexicaanse griepaffaire, maar stond niet alleen.
Tom Jefferson van de Cochrane Collaboration: ‘Het zijn de WHO en de volksgezondheidsautoriteiten, de virologen en de farmaceutische bedrijven die deze machinerie rond de dreigende pandemie hebben opgebouwd. En er hangt een hoop geld van af, net als macht, carrières en volledige instituten!’
Fase 6
Een cruciaal element in het verhaal van de Mexicaanse griep is WHO-fase 6: de hoogste alarmfase waarin sprake is van een pandemie. In 2006 is volgens de WHO sprake van een pandemie als er (onder andere) ‘enorme aantallen doden en zieken’ vallen. In februari 2009 wordt echter de definitie van de pandemie bijgesteld. Een pandemie is opeens niet meer afhankelijk van de ernst van de ziekte, maar of één virus heerst ‘in minimaal twee van de regio’s waarin de wereld door de WHO wordt verdeeld’.
Dankzij deze herdefiniëring kan de WHO op 11 juni 2009 met betrekking tot de Mexicaaanse griep fase 6 uitroepen. De Mexicaanse griep is officieel een pandemie: de voorbereide contracten worden in werking gesteld en de farmaceutische industrie zal de vaccins gaan leveren.
Grootste experiment
Een belangrijk gevolg van het ingaan van fase 6 is dat bepaalde unieke procedures in gang worden gezet. Die zijn in opdracht van de Europese Unie ontworpen door het Europese Medicijnagentschap met als doel pandemische vaccins snel voor het publiek beschikbaar te maken.
Voorafgaand aan de pandemie ontwikkelen fabrikanten pre-pandemische vaccins. Die hebben de kenmerken van een pandemisch vaccin, maar worden gemaakt op basis van een bestaand virus, bijvoorbeeld H5N1. Dat virus wordt in het geval van een pandemie vervangen door het virus dat de pandemie veroorzaakt.
Aangezien dat nieuwe vaccin dezelfde eigenschappen wordt toegedicht als het vorige vaccin mag het al na enkele weken testen worden beoordeeld, in plaats van na achttien tot vierentwintig maanden, zoals normaal het geval is. Verschillende artsen waarschuwen tegen deze manier van werken omdat volgens hen zo niet goed is te meten wat de bijwerkingen zullen zijn. Toch wordt deze procedure gebruikt bij de Mexicaanse griep. Zodra het nieuwe vaccin goed is bevonden, wordt het binnen vijf dagen op de markt gebracht. Ingebouwde systemen die waken voor de veiligheid van de volksgezondheid worden op deze manier omzeild.
Het gevolg is is dat het vaccin in feite wordt getest in de praktijk.
‘Dit wordt een grootschalig experiment op het Duitse volk’, schrijft Wolfgang Becker- Brüser van het onafhankelijke medische tijdschrift Arznei-Telegramm. Hij had maar gedeeltelijk gelijk. Het Mexicaanse griepvaccin wordt een grootschalig experiment op een groot deel van de wereldbevolking.
‘In plaats van de normale registratieonderzoeken hebben de in Nederland gevaccineerde kinderen in feite een fase II-onderzoek doorlopen, aangezien het vaccin niet was onderzocht bij kinderen jonger dan drie jaar en ook niet bij zwangeren. De volwassenen doorliepen een verkort fase III-onderzoek’, schrijven viroloog Huub Schellekens en hoofdredacteur Dick Bijl, medio november 2010 in het Geneesmiddelenbulletin. ‘Het verkorte fase III-onderzoek met het pandemische vaccin bij volwassenen is uitgevoerd in de open Nederlandse populatie en gefinancierd door de Nederlandse overheid.'
De belangenverstrengelingen op een rij - Tussentijdse samenvatting
Wie de feiten nog even op een rij zet, ziet dat de WHO in 1999 het document maakt waarop de overheden hun pandemieplannen kunnen baseren. Dat basisdocument is geschreven door zes mensen die alle zes verbonden zijn aan de vaccinlobbyorganisatie ESWI, honderd procent gesponsord door de industrie, voorzitter: Ab Osterhaus. Dezelfde Osterhaus is deel van de paniek die maakt dat mede op zijn advies pandemische vaccins worden geproduceerd, met daarin versterkende middelen die hij zelf heeft helpen ontwikkelen en zelf heeft getest, ondermeer voor GSK, de producent van de Mexicaanse griepvaccins die in Nederland zijn gebruikt. De vaccins staan centraal in geheime contracten (Later meer hierover). Mede onder invloed van de industrie wordt in februari 2009 de definitie van wat een pandemie is versoepeld. Dan wordt in mei de industrie persoonlijk ontvangen door de directeur-generaal van de WHO en de hoogste baas van de VN. Vervolgens wordt een maand later op aanraden van een noodcomité dat voor een derde bestaat uit mensen die banden hebben met de industrie, de pandemie uitgeroepen, terwijl al bekend is dat het een milde griep is. Intussen bestaat de belangrijkste adviesorganisatie binnen de WHO op het gebied van vaccinatie, SAGE, voor het meerendeel uit mensen die banden heeft met de industrie.
De volgende fase in de Mexicaanse griep-affaire is de goedkeuring van de vaccins. Ook daar is de invloed van de industrie zichtbaar.
Op Europees niveau worden medicijnen en dus ook vaccins gekeurd door het Europees Medicijnagentschap EMA. Dat is voor driekwart afhankelijk van geld van de industrie. In Nederland worden de medicijnen gekeurd door het CBG, het College ter Beoordeling van de Geneesmiddelen: voor zo'n negentig procent afhankelijk van geld van de industrie. Dat dit de praktijk is, is tot daar aan toe. Want het is onze minister van Volksgezondheid die uiteindelijk beslist wat er in Nederland gebeurt op het gebied van vaccinaties. Maar ook deze buffer is minder robuust dan gedacht.
De contracten
Als direct gevolg van het uitroepen van de pandemie door de WHO gaan de opgestelde contracten in werking en begint de trein pas echt te rijden. Ondanks dat die vaccincontracten de bevolking persoonlijk aan gaan en ondanks dat de vaccins worden aangeschaft met publiek geld, weigert minister Ab Klink iedere inzage. Juridisch adviseur Luuk van Dinter begint een rechtzaak, maar treft een minister die een vertragingstactiek inzet die voorlopig niet zal ophouden.
Uit gelekte buitenlandse contracten blijkt dat er een Rode en een Groene Lijst bestaat van gegevens die wel en niet naar buiten mogen komen. Overheden moeten onvoorwaardelijk met de inhoud van deze lijsten akkoord gaan. Zonder de voorwaarden komt er geen deal, worden er geen vaccins geleverd. De voorwaarden houden ondermeer in dat eventuele claims als gevolg van bijwerkingen door de overheden moeten worden afgehandeld en betaald. De industrie wordt gevrijwaard van enige schadeclaims, de belastingbetaler krijgt de rekening.
De industrie is niet aansprakelijk, maar bijvoorbeeld de Gezondheidsraad ook niet, omdat die slechts advies geeft. Ook de minister, die op dat advies handelt, is niet aansprakelijk. Dat staat zo in de wet. Van Dinter: ‘In de Wet publieke gezondheid wordt juridische aansprakelijkheid uitgesloten omdat vaccinaties vrijwillig zijn. De burger is zelf verantwoordelijk en is daarmee juridisch aansprakelijk voor het zich laten vaccineren.’ Intussen weet die burger niet wat hij zich laat inspuiten, al was het maar omdat op de ingrediëntendeclaraties niet staat hoeveel van elke stof in het middel zit: fabrieksgeheim.
Een van de andere zaken die de overheid op last van de fabrikant achter moet houden, zijn de resultaten van onderzoeken. Volgens de ‘Rode Lijst’ van het contract met GSK, blijft het farmaceutische bedrijf het filter voor informatie over het vaccin. GSK is daarmee de gatekeeper, de censor. Resultaten van onderzoeken, gunstig, maar vooral ongunstig, zullen eerst aan GSK moeten worden voorgelegd, voordat ze naar buiten worden gebracht.
Tijdens de zitting in oktober 2009 van de zaak die Van Dinter heeft aangespannen, staat ter discussie of de overheid het recht heeft te weigeren stukken te overleggen over de samenstelling van het vaccin. Ook wordt gesproken over de vraag of de minister mag weigeren duidelijkheid te geven over de informatie op basis waarvan hij heeft besloten tot de vaccinatiecampagne, en welke afspraken hij heeft gemaakt met de producenten van de vaccins.
Het vonnis stelt de minister in het gelijk. Maar de omstandigheden zijn op zijn minst opmerkelijk. Want hoewel de documenten door de rechter bij minister Klink tot driemaal toe zijn opgevraagd, heeft deze pertinent geweigerd ze te overhandigen. Daardoor kon de rechter niet beoordelen of het gerechtvaardigd was om de documenten, waaronder de geheime contracten met de industrie, vrij te geven. Toch is er uitspraak gedaan.
In juni 2010 krijgt Van Dinter wel enkele documenten, maar dan zijn de vaccinatierondes allang achter de rug. Bovendien zijn grote delen van de documenten zwart gemaakt.
Hetzelfde contract als in Nederland en België is getekend, wordt ook Polen aangeboden. Als de Poolse minister van Gezondheidszorg, de arts Ewa Kopacz, de voorwaarden van de farmaceuten nader bestudeert ontstaat er een probleem. Tijdens een televisiedebat zegt zij: ‘Omdat de onderhandelingen nog bezig zijn, kan ik er vandaag niet alles over vertellen, maar ik kan u één ding zeggen: onze juridische afdeling ontdekte in de overeenkomst ten minste twintig punten die twijfel opriepen.’ Voor Kopacz worden de contractvoorwaarden een breekpunt. Ook twijfelde ze sterk aan de effectiviteit en veiligheid van het vaccin.’ Ze geeft een voorbeeld: ‘We zouden bijvoorbeeld bij zwangere vrouwen pas in de praktijk kunnen zien hoe zij op het vaccin reageren. Nou, over mijn lijk.’ Polen wordt het enige land ter wereld dat zijn bevolking weigert te vaccineren met pandemische vaccins tegen de Mexicaanse griep. Uiteindelijk vallen er in Polen relatief minder griepdoden dan in Engeland, dat een uitgebreide en dure Mexicaanse griepcampagne heeft gevoerd.
Niet alleen verontruste burgers roeren zich in de strijd om heldere informatie en duidelijkheid over eventuele belangenverstrengelingen. Ook in de politiek wil men beter worden voorgelicht. Dat merkt minister Klink vooral door de kritische vragen en opmerkingen van PVV-Kamerlid Fleur Agema en Khadija Arib van de PvdA. Uit de ontwijkende reactie van minister Klink en het feit dat hij in sommige gevallen zijn belofte om vragen te beantwoorden niet nakomt, blijkt dat hij dezelfde vertragende en ontwij- kende tacktiek toepast die eerder zichbaar werd tijdens de rechtzaak die Luuk van Dinter aanspande. Het is onderdeel van een overheidscampagne die niet is gericht op informeren, maar op vaccineren, en dan ook nog met een experimenteel vaccin, zelfs nadat duidelijk is dat de griep mild is.
De ingrediënten van het vaccin
In tegenstelling tot bijvoorbeeld de VS is in Nederland en België gekozen vaccins te gebruiken met adjuvantia, versterkende middelen. Het voordeel daarvan is dat er weinig hoeft te worden gebruikt van de entstof, dus het geïnactiveerde virus dat op kippeëieren wordt gekweekt en in het begin van een pandemie erg zeldzaam en kostbaar is. De entstof plus de adjuvans vormen samen een nieuw product: een pandemisch vaccin, een gepatenteerd middel dat voor veel geld kan worden verkocht. ‘Het heeft er alle schijn van dat het inzetten van de nieuwe, gepatenteerde vaccins in de eerste plaats economische redenen had, en niet noodzakelijk was om de volksgezondheidszorg te verbeteren’, zegt de arts Wolfgang Wodarg, van de Raad van Europa.
De contracten met de industrie voor de nieuwe geadjuveerde vaccins worden in Nederland en België getekend namens de ministers voor Volksgezondheid. Een van de belangrijkste adviseurs voor de Nederlandse minister Klink is Ab Osterhaus.
Het is opvallend dat alle betrokken deskundigen en beslissingmakers bij de Gezondheidsraad, het RIVM en het Outbreak Management Team een voorkeur lijken te hebben voor het gebruik van adjuvantia in de Mexicaanse griepvaccins. Waar komt die eenstemmigheid vandaan? Mogelijk speelt een van de meest invloedrijke virologen ter wereld een rol: iemand die goed bekend is met de werking van adjuvans en er een groot voorstander van is – Ab Osterhaus. Osterhaus heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van een adjuvans en test op het Erasmus Medisch Centrum adjuvantia voor tal van bedrijven, waaronder GSK, het bedrijf dat het geadjuveerde vaccin tegen de Mexicaanse griep maakte dat in Nederland en België werd gebruikt. De adjuvantia in de Mexicaanse griepvaccins van GSK en Novartis zijn olie-in-water- oplossingen. De olie die wordt gebruikt heet squaleen en is van nature in mens en dier aanwezig. Toch tonen meer dan twintig onderzoeken aan dat olie-in-water-oplossingen bij dieren auto-immuunziekten veroorzaken. Dit komt waarschijnlijk doordat de stof wordt geïnjecteerd, en daarom door het lichaam als een indringer wordt beschouwd. Als de stof wordt ingeslikt en de natuurlijke route aflegt, is er geen enkel probleem.
Er is ruime ervaring met adjuvantia. Muizen zijn er door de industrie mee ingespoten voor onderzoek en de stof is verwerkt in vaccins voor mensen van 65 jaar en ouder. Maar volgens Jan Willem van der Laan van het RIVM is het onverstandig de resultaten bij de muizen door te trekken naar de mens: ‘Want muizen kunnen liegen.’ Ook is er een probleem met betrekking tot de ouderen; mochten er pas na verloop van tijd bijwerkingen ontstaan, dan zullen die niet snel aan de vaccinatie worden toegeschreven, maar eerder aan de ouderdom.
De pandemische vaccins, met daarin dus de adjuvans, zijn ook korte tijd getest op gezonde mensen. Maar hoe kinderen, zwangeren en ongezonde mensen gaan reageren is onbekend. Om over de lange termijn nog maar te zwijgen. Hoe iedereen, jong, oud, gezond of ziek, op de lange duur zal reageren is sowieso onbekend. Daarover kan pas over jaren uitspraak worden gedaan.
In de Tweede kamer herinnert Fleur Agema de minister er aan dat met de geadjuveerde vaccins minder ervaring is ‘met betrekking tot veiligheidsaspecten en dat het op basis van de nu beschikbare gegevens niet geheel kan worden uitgesloten dat dergelijke vaccins in zeldzame gevallen ernstige bijwerkingen veroorzaken.’ Tijdens het debat worden ook veel kritische vragen gesteld door Arib. Agema: ‘Ik sluit mij aan bij mevrouw Arib. Nederland heeft wel vaccins nodig zonder adjuvans.’
Voor de gezondheidscentra die vaccins tegen de Mexicaanse griep toedienen, staan lange rijen. Toch wordt niet iedereen bereikt. Opvallend is dat juist veel artsen en verpleegkundigen het risico van de inenting niet aandurven, maar liefst zeventig procent, zo wijst Amerikaans onderzoek uit. Ook in Nederland wijzen de medisch geschoolden op de mogelijke bijwerkingen én op het feit dat de Mexicaanse griep slechts een fractie treft van het aantal mensen dat ieder seizoen aan de gewone griep sterft.
Zwangeren en het vaccin tegen de Mexicaanse griep
Ondanks dat de argumentatie in de VS om zwangeren te vaccineren tegen de griep al in 2006 op basis van onderzoek onderuit is gehaald, wordt drie jaar later in Nederland en België toch het advies gegeven om een deel van de zwangeren te vaccineren, nu zelfs met vaccins die hulpstoffen bevatten. Op basis waarvan is die beslissing genomen?
In september 2009 zegt de Gezondheidsraad ‘dat er vrijwel geen wetenschappelijke gegevens zijn over het gebruik van de in de vaccins gebruikte adjuvantia (immuunstimulerende middelen) tijdens de zwangerschap’. Ook de fabrikanten laten zich in dergelijke bewoordingen uit over hun adjuvantia MF59 en AS03. In de bijsluiters van Pandemrix en Focetria staat dezelfde tekst: ‘Er zijn op dit ogenblik geen gegevens beschikbaar over gebruik van Pandemrix [Focetria] bij zwangere vrouwen.’ De deskundigen van de raad noteren: ‘Dat gebrek aan gegevens is vooral van belang in het eerste trimester, de voor de vrucht meest kwetsbare fase wanneer de organen worden aangelegd.’ De raad beveelt in november het vaccin aan aan gezonde zwangeren, vanaf de dertiende week.
Huisarts Jannes Koetsier, die zich heeft verdiept in het onderwerp van de Mexicaanse griep: ‘Het feit om in het eerste trimester van de zwangerschap niet te vaccineren en dat ook niet te doen in het eerste half jaar na de geboorte, wordt beargumenteerd met dat er misschien toch wel enig risico is, want dan zijn die hersentjes nog onrijp. Maar het is medisch volstrekt niet te begrijpen waarom er dan het tweede en derde trimester van de zwangerschap ineens geen risico is: via de moeder bereikt het vaccin toch de baby.’
Thiomersal
De in Nederland en België ingezette vaccins tegen de Mexicaanse griep bevatten het conserveermiddel thiomersal. Dit middel bestaat voor de helft uit kwik, een van de giftigste stoffen die er bestaan.
De hoeveelheid kwik in thiomersal is klein, maar is hij klein genoeg? De cijfers waarmee de veiligheidsmarge wordt berekend, zijn gebaseerd op het inslikken van kwik. Als er rekening wordt gehouden met het effect dat kwik bij inspuiting op het menselijk lichaam heeft, zou een mens om binnen de veilige waarden te blijven, 248 kilo moeten wegen, berekende de Amerikaanse dr. Paul King, die zich heeft verdiept in de werking van thiomersal. Een kind zou maar liefst 2.976 kilo moeten zijn om de kwik in het vaccin veilig te kunnen verdragen.
In Nederland en België, maar ook daarbuiten, zijn zwangeren na het eerste trimester, dus na de eerste dertien weken, gevaccineerd met de kwikhoudende vaccins. Het RIVM schrijft: ‘Alles overziend zijn deze pandemische vaccins veilig. Ook na herhaalde toediening wordt de maximale toegestane belasting [van thiomersal] niet overschreden en er zijn geen aanwijzingen voor een verband met neurologische of gedragsstoornissen. Dit wordt ondersteund door EMA en de WHO. Ook toediening tijdens de zwangerschap (zwangerschapsduur langer dan 13 weken) is veilig voor moeder en kind en eventuele risico’s van vaccinatie wegen op tegen de risico’s van het krijgen van de pandemische griep, die juist in deze groepen relatief hoog blijken te zijn.’
Niet iedereen is het eens met de stelling dat deze vaccins veilig zijn voor zwangeren. Professor Janna Koppe is neonatoloog. Zij heeft zich veel beziggehouden met de mogelijke gevolgen van het middel thiomersal bij zwangere vrouwen, en sprak onder meer met leden van de Gezondheidsraad, na afloop van hun advies aan minister Klink: ‘Ik kreeg van hen te horen: “We konden niet anders, we stonden onder grote druk.” Ze zeiden tegen me: “Je moet begrijpen dat Nederland nu eenmaal besloten had 34 miljoen vaccins aan te schaffen.” [...] Misschien had de Gezondheidsraad de documentatie niet die ik wel had.’
In het vaccin tegen de Mexicaanse griep zat ethylkwik. Voorstanders van het gebruik van thiomersal beweren dat dit soort kwik snel uit het lichaam verdwijnt. Maar Koppe wijst op onderzoek waaruit blijkt dat kwik door het bloed veel sneller wordt afgebroken dan door de hersenen. Maar bovenal: als je iets intramusculair inspuit, wordt de stof via het bloed in elf seconden door het hele lichaam verspreid. Daarbij komt het ook over de placenta bij de foetus terecht. Uit onderzoek blijkt dat als kwik een baby bereikt, het daar niet wordt uitgescheiden. Het gaat aan de eiwitten vastzitten, met alle gevolgen van dien, zoals beschadiging van het hersenweefsel.
‘Kwik is vergif,’ concludeert Koppe. ‘We zouden op dit vlak een zerotolerancebeleid moeten hebben.’ En: ‘Door zwangeren zo massaal te vaccineren met kwikhoudende vaccins tegen de Mexicaanse griep heeft de Gezondheidsraad mijns inziens niet- toelaatbare risico’s genomen.’
Eerder werd al aan de orde gesteld hoeveel lichaamsgewicht een volwassene of kind zou moeten hebben om een bepaalde dosis geïnjecteerde kwik te kunnen verdragen. Ongeboren kinderen zijn nóg kwetsbaarder en voor hen gelden dus nog strengere normen: die hebben tot gevolg dat zij het absurde gewicht van 4.464 kilo zouden moeten wegen om geen schade van het kwik te ondervinden.
Veruit de meeste mensen, zwanger of niet, die in 2009 zijn gevaccineerd tegen de Mexicaanse griep zullen op de pijn van de prik na geen merkbaar nadeel van de vaccinatie hebben ondervonden. Maar voor wetenschappers staat de vraag centraal hoe de kwaliteit van hun leven is ná de inenting. Koppe houdt rekening met problemen die op latere leeftijd kunnen ontstaan bij kinderen die worden geboren uit gevaccineerde zwangeren: ‘Ik denk dan aan hersenbeschadigingen die voor de geboorte optreden en waarvan zij later last krijgen.’ Ook andere vormen van schade kunnen optreden. ‘Want voor de geboorte zijn kinderen erg, erg kwetsbaar. Ze hebben geen buffer.’
Wetenschapsjournalist Nienke Beintema: ‘Ik ben gaan zoeken in de medische literatuur en toen bleek dat het niet was getest op zwangeren en dat er geen langetermijnonderzoeken waren gedaan. Prima, maar zet dat dan op de website.’ Het gebrek aan onderzoek is een van de redenen dat de zwangere Beintema ervoor kiest zich niet te laten vaccineren. Inmiddels heeft ze een gelukkig en gezond kind van zes maanden. ‘Het was in feite een experimenteel vaccin en ik ben achteraf heel erg blij dat ik het niet heb genomen.’ Ze heeft haar keuze gebaseerd op eigen onderzoek dat zij kon doen dankzij haar achtergrond als wetenschapsjournalist. ‘De manier waarop moeders door het RIVM aan hun lot werden overgelaten, vond ik beneden alle peil. Ik ben daar echt boos over.’
Er zijn sterke aanwijzingen dat in de VS zwangere vrouwen hun baby hebben verloren als gevolg van de Mexicaanse griepvaccinatie. Dit wordt geconcludeerd op basis van de verslagen in de database van de Amerikaanse overheid van vrouwen die kort na de inenting tegen de Mexicaanse griep een miskraam of doodgeboren kind kregen. Het verschil in de gegevens voor en na de toediening van de Mexicaanse griepvaccins is opmerkelijk: in de periode 2007-2008 waren er in de hele Verenigde Staten zeven gevallen van zwangere vrouwen die na een vaccinatie hun kind verloren, maar in de periode van de Mexicaanse griep, van september 2009 tot en met juli 2010, waren dat er veel meer: 241. Ruim 34 keer meer dan gemiddeld.
Op deze absolute getallen is een berekening toegepast waarbij rekening is gehouden met allerlei mogelijke variabelen, zoals het feit dat veel getuigenissen niet in de database worden opgenomen. Dan wordt duidelijk dat minimaal 946 en maximaal 3.587 Amerikaanse vrouwen hun kind moeten hebben verloren na de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep.
Kinderen vaccineren?
Over de leeftijdgroep zes maanden en ouder brengt de Gezondheidsraad een opmerkelijk advies uit, dat sterk afwijkt van dat van SAGE, de adviesgroep van de WHO. SAGE adviseert eind oktober 2009 om iedereen, ongeacht leeftijd of gezondheid, slechts éénmaal te vaccineren. Bovendien raadt de groep aan alleen kinderen van tien jaar en ouder een vaccin te geven. Want over jongere kinderen, maar ouder dan een half jaar, zijn de gegevens ‘beperkt en is meer onderzoek nodig’. Toch adviseert de Nederlandse Gezondheidsraad ruim een week na het advies vanSAGE, in tegenstelling tot zijn Belgische equivalent, tweemaal te enten én adviseert het dat veel jongere kinderen, van zes maanden tot vijf jaar, een vaccin moeten krijgen. Voorzitter van de Commissie Vaccinatie van de Gezondheidsraad, professor Joost Ruitenberg: ‘Na zes maanden is het immuunsysteem al een stukje verder,’ dan dat van de jonge baby.
Hoe ernstig was de Mexicaanse griep?
CBS News onderzoekt de officiële cijfers over de Mexicaanse griep. De uitkomsten zijn opvallend. In de staat Georgia bijvoorbeeld, heeft maar liefst 97 procent van de mensen die te boek staan als Mexicaanse griepgevallen helemaal geen Mexicaanse griep. In Florida is dat aantal 83 procent, in Californië is 86 procent en in Alaska 93 procent.
Vlak voordat de WHO de pandemie uitroept, vraagt de organisatie zijn lidstaten om te stoppen met het testen op H1N1. Het advies is patiënten te diagnosticeren op basis van symptomen: wat vanaf dat moment over de verspreiding van de ziekte wordt beweerd, is dus niet gebaseerd op feiten.
In Amerika besluit de CDC eind augustus 2009 op een andere manier gegevens te verzamelen dan het aanvankelijk deed. Vanaf dat moment wordt er ondermeer geen onderscheid meer gemaakt tussen de verschillende soorten griep die rondwaren. ‘De enige reden die ik daarvoor kan bedenken,’ zegt dr. Joseph Mercola, een arts die al vaker officieel beleid kritisch heeft bestudeerd, ‘is dat de eerdere gegevens duidelijk uitwezen dat de H1N1-virusvariant bij de meeste mensen (99,99%) slechts een zeer milde ziekte veroorzaakte.’
Niet lang na de pandemieverklaring door de WHO meldt de Britse overheid dat al 100.000 mensen de Mexicaanse griep hebben. Dat aantal werd in kaart gebracht met behulp van een geavanceerd analyseprogramma. Als dat programma in september 2010 onder de loep wordt genomen blijkt dat van de 72 deelnemers die aan het onderzoek deelnemen 71 worden gediagnosticeerd met H1N1. In werkelijkheid hadden slechts twee van de deelnemers de Mexicaanse griep.
Paul Flynn van de Raad van Europa zegt dat op basis van laboratoriumonderzoek moet worden geconcludeerd dat zelfs in Mexico slechts elf procent van de Mexicaanse griepgevallen daadwerkelijk de griep bleek te hebben. ‘Deze verhouding is dezelfde als tijdens normale seizoenen, waarin het overgrote merendeel van griepachtige ziektes geen griep blijkt te zijn. Als we dat bedenken, waarom heeft de WHO dan nadruk gelegd op het gebruik van vaccins en antivirale middelen die alleen bij griep werken, om een epidemie te bestrijden die veroorzaakt lijkt te worden door een grote cocktail van allerlei virussen?'
In april 2010, de maand die normaal gesproken het einde van het griepseizoen markeert, publiceert de WHO het aantal slachtoffers dat de Mexicaanse griep wereldwijd heeft geëist: 17.919 doden. Jaarlijks overlijden aan de gewone griep tussen de kwart en een half miljoen mensen. Toch is het getal dat de WHO noemt volgens onderzoeksjournalist William Engdahl nog aan de hoge kant. Hij constateert dat de WHO zijn statistieken over de griepdoden ‘op één hoop gooit met die over de sterfgevallen door longontsteking - een totaal andere, en veel vaker voorkomende ziekte, en een veel grotere doodsoorzaak.’ Epidemioloog Tom Jefferson van de Cochrane Collaboration voegt daar de nuance aan toe dat slechts ongeveer zeven procent van de op griep lijkende ziektes werkelijk door een griepvirus worden veroorzaakt.
De Harvard School of Public Health toont in december 2009 aan dat de door de CDC voorspelde sterftecijfers als gevolg van de Mexicaanse griep 80 tot 500 maal hoger waren dan de uiteindelijke feitelijke sterftecijfers. De voorspellingen voor het aantal griepgevallen waren 7 tot 9 maal hoger dan uit de werkelijkheid bleek. De CDC gaf ook na eigen onderzoek toe dat de besmettelijkheid van de Mexicaanse griep veel minder groot was dan eerder beweerd. Prognoses van de WHO waren nauwelijks beter.
De kosten van de griep
Luc Bonneux is specialist op het kennisgebied van het op rationele wijze maken van optimale keuzen in de zorg. Omdat het rationale element en het optimaal besteden van een beperkt budget in de zorg ver te zoeken was rond de Mexicaanse griep, heeft het onderwerp van de pandemie hem zeer bezig gehouden. ‘Het centrale punt van de gezondheidseconomie, zoals dat heet, is ‘tijd is geld’. Dat betekent dat verspild geld ook verspild leven is. Want je had die euro’s kunnen inzetten voor andere en betere doelen.’ Hij heeft berekend dat op die manier bezien, de reactie op de Mexicaanse griep enkele honderden tot duizenden doden heeft gekost.
Over die andere kosten, die van de vaccins, komt de belastingbetaler officieel niets te weten: geheim. Net als de contracten die minister Klink sloot met de industrie. Officieus laat zijn ministerie weten dat de Mexicaanse griepcampagne 340 miljoen euro heeft gekost.
In Engeland wordt berekend dat de 26 levens die zijn ‘gered’ door de aanpak van de Mexicaanse griep de overheid 52 miljoen euro hebben gekost. Per persoon. Daarvan hadden bijvoorbeeld ook de salarissen kunnen worden betaald van bijna 2.000 verplegers. Een andere nuance wordt geplaatst door de voor de WHO werkzame professor Ulrich Keil. Hij legt uit dat de grote gevaren voor de volksgezondheid hoge bloeddruk zijn, cholesterol en onveilige seks, om er maar een paar te noemen. ‘Regeringen en gezondheidsorganisatie doen net alsof ze iets aan deze grote gezondheidsbedreigingen doen, terwijl ze in werkelijkheid gigantische bedragen verspillen aan pandemische scenario’s die nauwelijks hard kunnen worden gemaakt.’
Bijna tegelijk met aankondigingen van minister Klink te willen bezuinigingen op de gezondheidszorg wordt bekend dat grootste deel van de aangekochte vaccins wordt vernietigd. Klink kon, net als zijn Belgische collega, nog een deel van de bestelling terugdraaien. Collega-minister Onkelinx doneert ruim een miljoen vaccins aan de WHO. Die distribueert de giften in de rest van de wereld. Een van de eerste landen in Afrika die de vaccins ontvangt, is Togo, het buurland van Ghana. Daar worden vervolgens op grote schaal verplegend personeel, zwangeren en kinderen gevaccineerd tegen de Mexicaanse griep. International SOS, dat de verspreiding van de Mexicaanse griep in kaart heeft gebracht, schrijft over Togo: ‘Influenza H1N1 (‘Mexicaanse griep’) is nooit geïdentificeerd in dit land’. Ook het Consulaat van de Republiek Togo kan zich geen Mexicaanse griep herinneren.
‘Wie heeft er voordeel gehad van wat is gebeurd?’ vraagt het Britse parlementslid, de onderzoeker Paul Flynn. Hij beantwoordt zijn eigen vraag direct: ‘De enigen die echt voordeel hebben behaald zijn de farmaceutische bedrijven.’